Een beetje dom - Reisverslag uit Chittagong, Bangladesh van Sunny - WaarBenJij.nu Een beetje dom - Reisverslag uit Chittagong, Bangladesh van Sunny - WaarBenJij.nu

Een beetje dom

Door: Sunny

Blijf op de hoogte en volg Sunny

15 April 2015 | Bangladesh, Chittagong

Bovengenoemde quote is van Maxima. Gaat over haar Wim-Lexie. Daar wij hier regelmatig tegemoet worden getreden als echte royalty's, pik ik hem even haar. Helaas gaat de 'een beetje dom' quote niet over mijn eigen prinsesje, maar over ondergetekende harlekijn. Hopelijk zal ik met de aankomende jaren eerder besluiten om naar mijn meisje te luisteren i.p.v. koppig door te stampen. Zaken worden gewoon eerder duidelijker als je van huis bent. Neem bijvoorbeeld onze steeds groter wordende roekeloosheid. Grenzen, ze worden hier steeds weer meer verlegd. Voornamelijk met het openbaar vervoer. Waar we eerst tegen elkaar zeiden:

“Ja, maar we gaan alleen in een Airco bus (AC), want die zijn veiliger”;
zitten we achteraf vaker in een Non-Airco bus (Non-AC) dan in de veiligere variant.

“Ja, maar we gaan ECHT niet met een nachtbus, veel te gevaarlijk”;
blijkt dat die veel relaxter zijn dan op de dag te reizen (los van de botsingen met verstopte boomtakken).

“De grens is wel dat we niet in zo'n volgepakte bus gaan zitten. Zo eentje met van die staande mensen in het gangpad”;
ook deze blijken, los van het ruimte gebrek, best gezellig.

Na 3 maanden aan het “volunteeren” te zijn geweest, stelt Kalina voor om er even tussen uit te gaan. De boog kan immers niet altijd gespannen zijn en het is een uitgelezen kans om meer van Bangladesh te ontdekken. Daarbij hebben we 10 vakantiedagen en aangezien ze hier geen à la carte regelingen, à la Randstad hebben, kunnen we die dagen maar beter opmaken ook. Reizen in Bangladesh is de laatste maand weliswaar iets makkelijker geworden (geen blokkades of hartals meer), maar dat geldt niet voor ons gebied in de Chittagong Hill Tracts. Hier is je als buitenlander verplaatsen een stuk lastiger. We wachten al 3 maanden op een brief van “The Home Ministry”, waarin staat dat we toestemming hebben om in de CHT te zijn. Met die brief kunnen we ons vrijelijker bewegen. Rond Kagracchari (our home-town) weten de verschillende veiligheidsinstanties, wel dat die twee “bideshi” (buitenlanders) toestemming hebben voor het gebied. Verder dan onze home-town is dit gegeven niet bekend. Zonder de brief van “ THM” is reizen buiten onze home-town simpelweg niet te doen. Nu de blokkades buiten de CHT voorbij zijn, besluiten we dan ook om na “Bijou” naar het noordwesten te gaan van Bangladesh. Sylhet en Srimongol, here we come!

Als eerst via Booking.com onze accommodaties geboekt. In Sylhet een hotel, in Srimongol een idyllisch bamboehutje midden in moedernatuur. Nu nog de reis er naar toe. Kalina probeert via internet te zoeken naar bustickets en vertrektijden. Busmaatschappijen kunnen we wel online vinden, maar waar die vertrektijden of prijzen staan? We vragen het even na op werk, wellicht kijken we verkeerd. Onze Suva da legt uit, dat de websites waarschijnlijk niet werken. Bijna niemand heeft hier internet en daarom worden websites niet echt gebruikt. Op de vraag hoe je er dan achter komt wanneer de bussen gaan komt het meest praktische antwoord ooit: “We just go”. Zo simpel kan het dus zijn. Zo gezegd zo gedaan. “We just go” naar de bushalte. Hier aangekomen blijkt dat de AC-bussen (de veilige variant) vanuit Kagracchari alleen naar Dhaka gaan. Dat is voor ons niet heel handig aangezien Dhaka de andere kant op is. Het mannetje bij de bus-stand legt uit dat om naar Sylhet te reizen, het voor ons beter is om via Chittagong te gaan en daar over te stappen op de bus naar Sylhet. Chittagong klinkt vertrouwd, omdat we bij aankomst hier in CHT vanuit Dhaka op Chittagong zijn gevlogen. Ok. Maar dan moeten we dus wel met zo'n Non-AC bus. Ach, we hebben er al een keer of 2 mee gereden, de blokkades zijn voor nu voorbij en de kans dat er een brandbom tegen de bus wordt aan gesmeten is klein. Daarbij reizen we op de dag. “Live a little on the wild side”, dus we kopen een ticket voor een Non-AC bus. We vragen hoe laat de bus naar Chittagong gaat. Die gaat redelijk vaak, wel 8 keer per dag. We nemen voor de zekerheid de eerste bus, in verband met eventuele tegenslagen onderweg. We moeten 's avonds namelijk wel in Sylhet zijn, de hotelkamer is immers al geboekt en betaald.

Vergeleken met de busrit naar Dhaka een paar blogs terug, viel de rit naar Chittagong best mee. Kan zijn doordat:
a) we al wel wat gewend zijn hier in Bangladesh,
of
b) deze buschauffeur mindere moordneigingen heeft.
Ik houd het op (a).

We komen aan in Chittagong en worden uit de bus gezet. Het (achteraf, met de nadruk op ACHTERAF) leuke van reizen in moeilijke landen (das trouwens echt een leuk boek) zijn de miscommunicaties die voorvallen:
Ik vraag aan het mannetje achter de counter: “Bus to Sylhet?”. Antwoord van Bangladeshi: “ Yes, yes. Come with me”. Zo, dat ging makkelijk. So far so good...en vervolgens lopen we naar het toilet. Ik snap er niks van. Ikke: “No, no, not toilet, Sylhet. Syl-Het”. Bangladeshi: Yes, yes Toilet, Toi-Let!”. Ah, fonetisch begin ik hem iets beter te begrijpen, maar daar kom ik natuurlijk geen steek verder mee. De volgende Bangladeshi dan maar proberen. Terwijl ik weer aan een groepje oudere mannen in traditionele kleding mijn handen- en voetenwerk laat zien, kijkt Kalina hier van een afstand naar en besluit dat het makkelijker zou moet kunnen. Ze stapt op een stel jongeren af, die er redelijk westers gekleed uit zien. En wat blijkt: zij spreken gelukkig wel Engels. Ze leggen uit dat de bushalte waar we zijn afgezet niet de halte is waar de bussen naar Sylhet gaan. Dat is in Bangladesh kennelijk wel vaker zo. Ze bieden aan om ons naar de juiste halte te rijden. Super relaxed. Echter hebben ze hier een andere kijk op ruimtelijk inzicht dan dat wij gewend zijn. Zij zijn met z'n 4'en met koffers en 1 kleine auto. Daar passen wij lange blanken, met bagage, met de beste wil met geen mogelijkheid meer bij. We bedanken en geven aan dat we wel met een CNG gaan (die kamikaze dingen van een paar blogs terug). Wat mij steeds weer positief verrast is de vriendelijkheid en de behulpzaamheid die ze hier voor buitenlanders hebben. De jongens houden een CNG aan, geven door waar we moeten zijn en regelen gelijk een eerlijke prijs. Scheelt ons weer onderhandelen. Jongens bedankt en wij opgepropt op de achterbank met onze bagage onderweg naar de juiste bushalte. Onderweg komen we in een kleine file. Uit het niets stapt onze driver uit de CNG en laat ons vertwijfeld op de achterbank achter. Bij een CNG kan je als passagier niet zelf de deuren open doen. Dat gaat van buiten af. De hypochonder-met-een-groot-ontwikkeld-visueel-voorstellingsvermogen in mij, zag al een hele nare bloedige overval voor zich. Waarom vertrouwen we die jongens ook die we nog nooit eerder ontmoet hebben! Ik was al een paar schietgebedjes verder, toen net zo uit het niets onze driver weer instapte. De beste man was in een winkeltje langs de weg kennelijk nog even peuken gaan scoren en vond het niet nodig dit te melden. Top!

Na een uur door Chittagong gecrost te hebben komen we eindelijk bij de juiste bushalte aan. Bij de counter kijken we elkaar tevreden aan als uit het affiche blijkt dat de bus naar Sylhet een AC bus is. Heel snel blijkt echter dat in Bangladesh elk voordeel, ook zeker een of meerdere nadelen heeft: er gaat per dag maar 1 bus naar Sylhet. Oh wacht, correctie: er gaat maar 1 bus per NACHT naar Sylhet. De nachtbus was er zo eentje waarvan we hadden afgesproken dat we die echt nooit zouden nemen. Fok it. We zijn al zo ver gekomen en we willen nog wat zien van het land, dus we nemen gewoon die nachtbus. Als we gaan, dan gaan we in ieder geval met z’n tweeën (maar als het even kan, dan voorlopig toch nog liever even niet). Bijkomend probleem: nachtbussen vertrekken niet op de dag. Vanuit Kagracchari hadden wij met ons goede gedrag de eerste bus genomen, dus was het 12:00 bij de halte in Chittagong. De nachtbus zou pas om 22:00 uur vertrekken en de volgende ochtend om 07:00 uur aankomen. Hmm, we missen dus Èn een avond in Sylhet (helaas was onze boeking bij Booking.com non-refundable); Èn we hebben dus een hele dag in Chittagong, met volle reisbepakking. We vragen nog of we onze tas bij het manneke van het busstation mogen achterlaten, maar daar doen ze helaas niet aan. De reis begon zich langzamerhand te ontwikkelen tot een “leuk-voor-later-verhaal-maar-op-het-moment-van-meemaken-echt-Echt-ECHT-frustrerende” onderneming.

Chittagong is een smerige stad. En met smerig, bedoel ik ronduit ranzig. Zelfs voor Bengaalse begrippen is het hier goor. Het is stoffig, vies, warm, plakkerig, zeg maar gewoon jak! Het is een havenstad. En in een havenstad wordt er gewerkt en valt er weinig te beleven. Ka pakt de Lonely Planet er bij en stelt voor, omdat we toch tijd te doden hebben, om dan maar naar de haven te gaan. “Zullen we een CNG nemen?” vraagt ze nog aan me. Ik kijk op mijn google-maps en zie dat het “maar” 5 km is. Ik stel voor om te lopen, heb ik een soort van “exercise” want er zijn nog wel een paar kilo's die er af mogen. MET VOLLE REIS-BEPAKKING. Ik snap nog steeds niet hoe ik het in mijn mooie hoofd haalde. Na een kilometertje kruisen we een mooi, groot, westers hotel. Het Radison Blue.

Kalina: ”Zullen we anders daar even langs gaan? Doen we een lekker koud drankje en misschien kunnen we die zware tas er achter laten”. Vraag me niet waarom, maar om de een of andere reden zat ik in mijn mannen-macho-slaat-helemaal-nergens-op-doorjakker-modus. “Nee joh, dat mag vast niet, dat doen ze bij ons ook niet. Laten we doorlopen naar die haven van je”. Die laatste opmerking had mij moeten vertellen dat ik al redelijk aan mijn taks zat van krachtsinspanning. Het was niet “haar” haven, er moest tijd gedood worden. Ik was plakkerig, stoffig en redelijk kranky aan het worden. Zij: “Ik wil gewoon voorkomen dat je straks chagrijnig wordt, ik kan er ook niets aan doen dat de bus pas vannacht gaat”.
De schat. Wat kent ze me toch goed. En nee, zij kon er ook niets aan doen. Maar ja, ik zat in mijn mannen-macho-slaat-helemaal-nergens-op-doorjakker-modus. Dat is een modus die gelijk staan aan “voor-geen-enkele-reden-vatbaar”, laat staan vatbaar zijn voor hele goede redenen. Daarbij was ik “straks chagrijnig” al een paar meter geleden voorbij gelopen. Niet veel later kijk ik haar aan en vraag bitchy: ”Zeg, loop ik te snel? IK ben degene die met ONZE koffer loopt te slepen, JIJ hoeft alleen maar te lopen. Beetje door hobbelen met die beentjes!”. Was niet heel aardig, maar ja, die modus van me hè.

Wij verder hobbelen. Op een gegeven moment kon ik echt niet meer verder. Mijn schouders deden pijn en ik liet de zware tas van mijn rug glijden. Ik heb bij vertrek uit Nederland een nieuwe reiskoffer gekocht: een GabBag. Kan ik iedereen aanraden, een super multifunctionele tas die als rugzak, draagtas en ook als trolley gebruikt kan worden; er zitten wieltjes onder en een uitschuifbare trekstang. Chittagong is alleen echt een hele smerige stad, en ik wilde mijn lieve nieuwe tas het vieze, stoffige en onregelmatige asfalt besparen. Maar ik kon gewoonweg niet meer verder met de tas op mijn rug. Dus het vervolg van onze reis heb ik de trolley z’n werk laten doen. Uiteindelijk komen we na een uur ploeteren aan bij de haven. Wat er alleen niet in de Lonely Planet stond, was dat je de zee jammer genoeg nauwelijks kan zien. We zijn bij de industriële kant uitgekomen waar overal borden staan met “trespassing” verboden. We zijn een mooi plaatje samen: 2 blanken toeristen op een havenindustrieterrein, die al slepend met een tas voorbij komen. Bestemming: onbekend. Iedereen kijkt ons vragend aan met zo'n kop van: “What the hell are you thinking? Seriously?”.
Op een gegeven moment zeg ik tegen Ka: “Wat gaan we hier eigenlijk in godesnaam doen?” Zij:”Weet ik ook niet, we moesten tijd doden en ik dacht laten we naar de haven gaan”. We zijn al redelijk chagrijnig met z'n twee. Ergens tussen 2 gebouwen door, denken we dat we een streepje zee kunnen ontwaren. Dus lopen we er naar toe. We lopen door een smal straatje met van die natte blubber bagger. Dit kon ik mijn nieuwe tas niet aandoen, dus toch maar op mijn rug gesjouwd. We zien een boot waar er hard gewerkt wordt om het te legen. Kalina maakte een paar foto's en als ze zich omdraait, staan we midden in een groep van zo'n 20 Bengali bootwerkers, die ons allemaal staan aan te gapen. Waar we vandaan komen, wat we komen doen, of ze op de foto mogen...de bekende 1000-en-1 vragen waar we hier dagelijks mee bestookt worden. We leggen uit waar we vandaan komen, maken een paar foto's en gaan na 5 minuten weer weg. De groep bootwerkers wordt namelijk steeds groter en groter. We lopen het blubber gangetje weer door en nadat we weer op de doorgaande weg zijn uitgekomen, ben ik er klaar mee.

“Lief, laten we de rest van de dag gewoon laven in het Radison”, zeg ik, alsof het mijn eigen idee is. Ik had echt, Echt, ECHT al een paar uur eerder naar haar moeten luisteren. Ik was zoals de titel van deze blog al vermelde: Een beetje dom.

We gaan op weg naar het Radison. Dit duurt even, want helaas wil elke CNG driver ons afzetten. En ook al zit deze jongen aan zijn taks (bezweet, moe, stoffig en plakkerig), dan nog wil de Hollander in mij niet genaaid worden. U raadt het al, dat werd dus doorlopen. Ach, was vanaf de haven immers “maar” 4 kilometer naar het Radison Blue.

Het Radison is een 5 sterren hotel, een westers 5 sterren hotel. Ik had s' ochtends een wit shirt aangetrokken. Die kleur had het zeker niet toen we bij het hek van het Radison aankwamen. We vroegen aan de dienstdoende bewaker of het ook mogelijk was om alleen een drankje te nuttigen. De man keek ons aan, zoals het op dat moment echt wel hoorde: onbegrijpend. We waren echt smerig. Hij hield de boot een beetje af. Zijn collega zag onder de zwarte stof echter 2 blanken. Dus mochten we door het hek naar het hotel doorlopen. Bij de ingang werd de deur voor ons open gedaan, werden we met meneer en mevrouw aangesproken en toen we door de metaal detector en onze tas door de scanner ging, werden we naar de lobby geleid.

Ik heb mij in mijn leven niet heel vaak geschaamd (ook niet als daar zeker wel redenen voor waren), maar nu bij het Radison schaamde ik mij niet een klein beetje, maar toch wel heel erg diep. Het Radison was letterlijk net de eerste dag open. Met mijn zwarte, stoffige slippers liep ik over kristal wit tapijt. Ik stonk, mijn shirt was goor en mijn shorts nog smeriger. Ik ben een beetje gebruind, maar mijn benen waren zwart van de smerige stad. Toen onze serveerster onze drankjes kwam brengen en er per ongeluk water over mijn benen viel, werd het tapijt gewoon zwart. Ze waren net 1 dag open en ik sloop het tapijt. Ik ben naar het toilet gegaan en heb mij zo goed en zo kwaad als dit ging in de wasbak proberen te fatsoeneren.
Soort van.
Echt te goor wat er van mijn lijf afspoelde. En nog stonk ik. Daar wij de enige twee blanken waren in het hotel, kwamen ook nog eens alle managers gedag zeggen en een praatje met ons maken. Ik wilde mij eigenlijk gewoon verstoppen.

Maar ja, je moet op een gegeven moment ook aan de innerlijke mens denken. De schaamte op een gegeven moment voorbij, besloten we dan ook maar te blijven voor het eten. Immers als zij ons zo accepteerden, dan moest ik er maar niet te al te moeilijk over doen.

Het eten was zoals je dit van een westers 5 sterren hotel mag verwachten: Fan-fuckin-tastisch.
We begonnen met een salade van Fetakaas, geserveerd met zwarte olijven. Dat lijkt niet bijzonder, maar wij hadden al 3 maanden geen kaas gehad (het water loopt me serieus tijdens dit schrijven weer in de mond). Als hoofd een hamburger met friet en sla. De burger werd geserveerd op een waldkorn broodje. EEN WALKORN BROODJE! Hmmmmmm. Van de chef kregen we ook nog een complementaire pizza slice. Als toetje ECHTE koffie (dus niet van die instant zooi, die ik de afgelopen 3 maanden bij gebrek aan beter gedronken heb). Het Radison liet ons even de dag vergeten. We konden weer lachen. Ik was weer lief tegen mijn meisje. Na het eten hebben we een CNG besteld en zijn we naar het busstation gegaan om onze reis te vervolgen naar Sylhet.

In de Nachtbus.

  • 26 Mei 2015 - 12:42

    Vellah:

    Haha! Hahahahaha! HAHAHAHAHAHA! Ik hóór het gewoon. Ik hoor het je zeggen, ik zie het je doen. Arme Ka. Die in haar eigen blog zo heel volwassen en wijselijk haar mond hield en geen woord repte over haar eigenwijze vriendje. Toch goed dat je jezelf aan de schandpaal nagelt. Ik heb genoten. :D

  • 26 Mei 2015 - 12:58

    Sunny :

    Ja, ze had het redelijk zwaar die dag.
    Maar 99% van de tijd ben ik een hele lieve dokter Jekel.
    die ene procent van een Mr Hyde is gewoon een lul.


  • 26 Mei 2015 - 15:12

    Minke:

    ;-)

  • 26 Mei 2015 - 22:11

    Eelkje:

    Een beetje dom, maar wel met goede zelfreflectie. Achteraf dan ;-)

  • 26 Mei 2015 - 22:43

    Marianne:

    Hoezo beetje.............gewoon dom dus :).
    We leuk al die ervaringen. Xx

  • 28 Mei 2015 - 23:28

    Marion:

    Wat een dag!
    Tussen die bootwerkers zag je er nog best fris & fruitig uit. Die bootwerkers ook trouwens. Koninklijk fotomoment.

  • 09 Juli 2015 - 15:11

    Aäron Van Der Sanden:

    Hahaha, ik ken jullie niet en ga zelf over enkele maanden naar Bangladesh en was wat aan het rondneuzen. Maar ik heb genoten van je verslag!

  • 14 Juli 2015 - 19:41

    Sunny :

    Hi Aaron,

    Bangladesh is een fantastisch verschrikkelijk land. Heerlijk.
    Mijn tip: zorg dat je de tijd hebt, in moeilijke landen duurt reizen gewoon iets langer.
    Oeh, en:
    Zorg dat je een lunghi draagt. Vinden ze leuk hier.

    Succes!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sunny

Actief sinds 15 Jan. 2015
Verslag gelezen: 452
Totaal aantal bezoekers 10686

Voorgaande reizen:

28 Januari 2015 - 21 Augustus 2015

Naar Bangladesh met VSO

Landen bezocht: